ik weet wat ze vragen van mij, en huiver ze willen dat ?k sterk ben en compleet en dat ik volwassen en wijs en zuiver de dingen zal doen die mijn vader deed maar wat kan ik nu nog aan goeds voor ze doen? niet genoeg, nooit genoeg
Aïda, Aïda, onze wens is klein we willen jouw leiding, wilskracht, wijsheid ?t is misschien onbescheiden maar minder kan?t niet zijn, Aïda, Aïda
hij zou brokaat en van goud moeten wezen en goud en brokaat zijn voor ons niet te koop maar vraag hem in al zijn wanhopige schoonheid de mantel van liefde, de mantel van hoop en breng ons verlossing en maak ons weer vrij neem hem aan, neem hem aan
Aïda, Aïda, onze wens is klein we willen jouw leiding, wilskracht, wijsheid ?t is misschien onbescheiden maar minder kan?t niet zijn, Aïda, Aïda
Aïda Aïda, Aïda Aïda, Aïda Aïda
Wat zij van mij vragen is dwaas en bijna onmogelijk hoopvol en toch ik voel de droom en zijn droom is ook de mijne we kijken naar een en gezamenlijk doel het vuur dat nog smeult en de as dat belicht ?t is genoeg, is genoeg, is genoeg
Aïda Aïda, Aïda Aïda, Aïda Aïda
is genoeg
|